Containers en Docker

Containers zijn tegenwoordig extreem populair in software. Vooral door het toenemende aantal mensen die het gebruiken en er lovend over zijn, kun je er bijna niet meer omheen. Het is een flinke hype, hoewel containers in software niet eens per sé nieuw zijn. Op Unix bestaan containertechnologieën namelijk al sinds de jaren 90. Nu, met de opkomst van social, mobile en web-scale apps, zijn containers dé tool voor applicatieontwikkelaars geworden. Docker is de extreem populaire, open source tool die application packaging in containers mogelijk maakt.

Zoals hierboven al is aangegeven, is het belangrijkste doel van containers om betrouwbaarheid en eenvoud te vergroten wanneer verplaatst moet worden naar een andere omgeving. Je kunt een kopie van een besturingssysteem gebruiken om meerdere containers, elk met een deel van de applicatie, te laten draaien. Dit vermindert de benodigde systeembronnen. Een container is een lichtgewicht, stand-alone, uitvoerbaar pakket van een deel software met daarop alles wat nodig is om het te draaien. Dit zorgt ervoor dat ze binnen een halve minuut klaar zijn met opstarten, wat weer nieuwe mogelijkheden voor opschalen met zich meebrengt. Ze isoleren software van de omgeving en verminderen conflicten tussen teams die verschillende software draaien op dezelfde infrastructuur.

Zoals Docker het zelf stelt, zijn zij: “the company driving the container movement and the only container platform provider to address every application across the hybrid cloud. It enables true independence between applications and infrastructure and developers and IT ops to unlock their potential and creates a model for better collaboration and innovation” (docker.com). Docker heeft daarbij het gebruik van containers versimpeld, door een sutie van tools en handvatten aan de bieden die het bruikbaar maakt voor iedereen.